Dat is me een portret.
Als ik een verzoek krijg van een vrouw die graag haar vriendin een schilderworkshop cadeau wil doen, vraag ik wat ze precies wil. Dat weet ze zelf niet. Ze wil graag iets creatiefs doen – en denkt dat haar vriendin, een fotografe, schilderen wel leuk zal vinden. Maar wat ze wil schilderen en met welk materiaal? Tsja.
Vrijdagmiddag hebben we contact, de volgende dag, op zaterdag, komen ze.
Allerlei ideeën schieten door mijn hoofd. Waar maak ik die twee nu het meest gelukkig mee?
Wulpse vrouwen lijkt me te simpel. Een appeltje te technisch.
Hoe combineer ik leuk en leren met elkaar?
Mijn lief tipt me – afgaand op enthousiaste verhalen van vroegere workshops: ga voor een selfie.
Ik zet een spiegel klaar en vraag of ze zichzelf willen schilderen.
Ik ben zo benieuwd hoe ze dat vinden.
Het is een schot in de roos. Beide dames hebben nog nooit geschilderd. De jarige tekende wel heel veel tot haar achttiende – net als haar vader. Die daar erg goed in was.
Het schetsje* dat ik ze laat maken voor we gaan schilderen is voor de jarige een gevoel voor herkenning: ze tekent hetzelfde gezicht dat ze als zestienjarige ook schetste.
Mengen om te kleuren
En dan gaan we aan de slag met verf. Moeizaam. Ze hebben al snel het ‘hoofd’ op het doek – met zelf gemengde huidskleur. En – echt waar – de huidskleur van zich zelf hebben ze aardig getroffen. Verder is het nog niet veel meer dan een eitje met vaag wat oren. Zo lijken ze enorm op elkaar – en dat is nou juist helemaal niet waar.
Nu bekend is waar ongeveer het gezicht** komt, kunnen ze echt aan het werk.
De achtergrond schilderen is een leuke klus, lekker grof werk.
Toch is ook dit zoeken. Voor beiden. De tip om iets met licht en kleur te doen, wordt door de fotografe prachtig opgepakt. Er zit beweging in de achtergrond.
Ook de ander gaat aan de slag – en bij haar komt de stiliste naar boven. Prachtig afgestemde kleuren en een en al rust.
Ze schilderen beide heel verschillende doeken, maar aan het kwastenwater kun je dat niet zien.
Na het schilderen van deze twee totaal verschillende achtergronden is het bakje met kwastenwater precies dezelfde kleur groen.
De volgende stap is het gezicht verder vorm geven. Dat vraagt natuurlijk wel enige zelfkennis – zo grappig, want dat woord komt herhaaldelijk terug tijdens die middag. We bestuderen oren, neuzen, wangen. Ach, ik heb misschien te veel verteld. Ze vrezen dat het eindresultaat niet genoeg gaat lijken. Alsof het daarom gaat.
Gelukkig komen de dames toch los. De een wat meer dan de ander. Als ze hun haar proberen te vangen, lijkt het ineens best te doen: jezelf schilderen. Ik ben zeer tevreden, en gelukkig beide vrouwen ook.
De fotografe heeft een nieuwe hobby.
En wellicht gaat de stiliste het nog eens bij haar vriendin proberen of het toch niet wat is voor haar. Het enige dat ze nodig heeft, is iets meer lef.
Dat was een middagje genieten in het atelier.
Zelf ook proberen – je weet me vast te vinden. En anders kijk op Margo vertelt.
Tips onder de streep.
*schetsje
Ik vraag altijd om eerst op papier te tekenen wat ze willen gaan schilderen. Ik geef ze een grof aquarelkrijtje en vraag of ze niet te precies willen zijn. Het gaat er eigenlijk alleen maar om te proberen de ruimte van het doek te verkennen. Hoe groot wordt het object wat je wilt maken? Staat het in het midden of zweeft het in de ruimte?
Even oefenen met vlakverdeling voor je de eerste veeg op het doek zet.
**vorm hoofd eerst
Bij het schilderen met acryl is het belangrijk om te bedenken welke onderdelen licht moeten blijven. Het is best lastig om een lichte kleur – zoals een blanke huidskleur – over een donkere te zetten. Dat is de reden om die vorm alvast te ‘parkeren’.